Stilgeboren

Vandaag zijn we met de acute unit weer verhuisd. Een interventie om de zomermaanden door te komen. Er wordt veel drukte verwacht in verband met het hoge aantal zwangere vrouwen en het personeelstekort. 

Het is goed te doen op dit moment op de afdeling. Zo kan ik even wennen aan de nieuwe setting waarbij de artsen en verpleegkundige van de acute unit in één ‘hok’ samen werken. 

Wennen aan het ‘kippenhok’ & de nieuwe kamer indeling. Wel goed dat we nu korte lijntjes met de artsen hebben. Het voelt nu écht als samenwerken! Er wordt een consult aangekondigd, een beetje een vaag verhaal, maar iets met riekende afscheiding en koorts bij 20 weken zwangerschap. Mevrouw zit nu op de spoedeisende hulp en komt nu naar boven. 

Bedacht zijnde op een infectie leg ik alvast wat spullen klaar en als mevrouw binnen komt met haar partner, hoor ik hun verhaal aan. 3 weken geleden zijn mevrouw haar vliezen al gebroken en mevrouw heeft net 4 dagen opgenomen gelegen in het AMC ter observatie. Er was daar gelukkig nog hartactie gezien op de echo, maar ook zagen de artsen dat zij al 2 centimeter ontsluiting had. Meestal geen gunstige uitgangspositie voor het verder ontwikkelen van de zwangerschap. 

Ik meet mevrouw haar vitale functies en vraag of ze ook contracties heeft? Mevrouw geeft aan een aantal dagen wel contracties gehad te hebben maar nu niet meer, wel voelt zij veel druk van onder. Ik haal de arts assistent omdat ik denk dat het goed is dat zij een echo gaat maken bij mevrouw.

Na 10 minuten komt ze terug en belt de gynaecoloog. De arts assistent vind het moeilijk om de foetus goed in beeld te krijgen en heeft het idee dat het al heel laag zit, zij wil niet te lang zoeken om mevrouw en haar partner niet ongerust te maken. De gynaecoloog kijkt mee en omdat het via de buik bijna niet te zien is wordt een inwendige echo gemaakt. De gynaecoloog bevestigd hetgeen de arts assistent al had gezien, de foetus ligt al heel laag in de cervix, en bij inwendig onderzoek voelt de gynaecoloog zelfs al een voetje of handje van de foetus. Het kindje is overleden. Ik moet even slikken en voel mee met deze mensen, die dit 7 jaar geleden ook al hebben meegemaakt. Mevrouw verteld dat zij toen in Ethiopië is bevallen en dat de artsen daar gewoon heel lang op haar buik hebben gedrukt en getrokken tot dat het kindje er uit was. Een verschrikkelijk nare en pijnlijke ervaring.  

Ik verplaats het echtpaar naar de verloskamer waar wat meer ruimte is. ‘Het spijt me voor jullie’, kan ik zeggen en ik laat ze een moment samen om dit verschrikkelijke nieuws te kunnen plaatsen. Ik leg uit dat ze op de bel kunnen drukken als ze mij nodig hebben. Ik blijf niet lang weg, maar omdat het ook mijn eerste keer is dat ik een IUVD (intra uteriene vruchtdood, de term voor een doodgeboren kindje) ga begeleiden, is een momentje voor mijzelf ook even nodig.

Met mijn collega neem ik door wat de volgende stappen zijn, en ik vraag haar of ik op haar terug kan vallen.

De bel gaat al snel! Mevrouw belt. Op de kamer geeft ze aan dat ze denkt dat er iets naar buiten komt. Omdat het zo snel gaat heb ik het echtpaar nog niet kunnen uitleggen wat te verwachten. Ik doe handschoenen aan en leg uit wat ze kunnen verwachten als het kindje geboren wordt. 'De huid kan stuk zijn, het is nog heel klein maar alles zit er op en er aan. Soms zien ze er mooi uit en soms wat minder mooi, het kindje is meestal wel donker van kleur.' Mevrouw wil het graag zien en vasthouden als het geboren wordt. Partner zegt niet zo veel. Het enige wat ik kan vragen op dit moment is het of het met hem gaat.

Samen met mevrouw tillen de dekens op en mevrouw voelt meteen van onder ‘Het is een voetje of handje toch, dat voel ik toch goed?’, vraagt mevrouw. Ik knik en zeg, ‘Er komt inderdaad een voetje naar buiten’. Ik bel de arts en ga naast mevrouw zitten en leg een arm op haar arm. Ze staart voor zich uit en zegt, ‘Wat een mooi uitzicht, dit geeft mij zo veel rust. Ik kijk op en zie de grote afbeelding die op elke verloskamer geprojecteerd is op de muur achter de commode. Elke verloskamer heeft een andere afbeelding. We kijken samen naar de afbeelding van een strandopgang met strand en zonsopgang.

‘Hij is daar nu, dat weet ik’, zegt ze. Het brok dat in mijn keel zit, slik ik weg. ‘Dat weet ik ook zeker’, zeg ik met een traan in mijn ogen en een tril in mijn stem. En samen staren we weer naar de afbeelding, tot de arts binnen komt. Ik bewonder de manier waarop het echtpaar er mee om gaat.

Waar ik altijd zo bang voor was, was dat wanneer ik in zo’n situatie terecht zou komen, ik niet zou weten wat ik zou moeten zeggen of hoe ik zou moeten handelen. Toch ging dit heel natuurlijk, vanuit mijn hart. 

Mevrouw mag als zij er klaar voor is gaan persen, we hebben geen haast, maar mevrouw wil zelf graag persen.

Het jongetje wordt stil geboren en mevrouw neemt het op haar borst. Ze wikkelt het in haar shirt en raakt het aan, maakt foto’s, praat liefdevol tegen hem. ‘Mag ik hem nog even bij me houden?’, vraagt ze. De arts en ik zeggen tegelijkertijd ‘Natuurlijk zo lang je wilt!’. We laten de ouders weer even. 

We hebben al met hun besproken dat we het kindje straks in water gaan opbaren nadat ik voet/ hand afdrukjes ga maken, om als herinnering mee te nemen. De watermethode zorgt er voor dat het kindje wat mooier wordt en ook wat mooier blijft. Na een half uurtje kom ik terug en mag ik de kleine van mevrouw overnemen. Het lukt goed om een mooi voetafdrukje te maken, op een klein hartje red ik het precies om de voet van 2 cm af te drukken. De armen liggen al zo vredig over elkaar, dat ik besluit die vredig te laten liggen. Ik benoem dat hij mooie voeten heeft en dat hij er zo vredig bij ligt. 

In het water is hij prachtig, dit vinden de ouders ook. We kijken samen naar hem mevrouw benoemt dat hij een hazenlipje heeft en ik zeg dat hij een piepklein piemeltje heeft. Hierom moeten de ouders zelfs even lachen. 


Ik maak een mooi hoekje voor hem met een quilt of love onder het bakje waar Shane in ligt. De andere zoon van mevrouw had het kindje al een naam gegeven, en zo noemen ze hem dan ook. 

Met de voetafdrukjes maak ik een mooi boekje, waar ik al mijn liefde in stop. Aan het eind van mijn dienst overhandig ik deze aan de ouders. Mevrouw zegt dat ze dit heel erg waardeert en dat ze erg dankbaar is voor onze hulp. De ouders hebben geen traan gelaten, misschien omdat ze zich al voorbereid hadden op de grote kans dat dit zou gebeuren. Misschien komt het nog, misschien ook niet. Ik wens de ouders veel sterkte en ik ga met een voldaan gevoel naar huis. Dit onderdeel van mijn vak is moeilijk maar oh zo waardevol.


Reactie schrijven

Commentaren: 7
  • #1

    Paulien Sentveld (donderdag, 12 december 2019 19:19)

    Jeetje wat heftig ,en ik heb veel bewondering voor jou dat je dit doet en kunt�

  • #2

    Paul sentveld (donderdag, 12 december 2019 19:40)

    Diep respect voor jou hoe je met zoveel liefde en zorg deze familie geholpen hebt.
    Ben super trots op je ����

  • #3

    Gitta Grapendaal Sentveld (donderdag, 12 december 2019 21:01)

    Heftig maar mooi verwoord! Wat een waardevol werk Lies.

  • #4

    Yessica (donderdag, 12 december 2019 21:57)

    Jeetje Lisa, wat mooi omschreven! Kippenvel, traantje wegpinken want zo goed verwoord. Alsof ik er bijna bij was xx�

  • #5

    Koen (donderdag, 12 december 2019 23:57)

    Pff heftig zeg, mooi verwoord Lisa respect!

  • #6

    Monique (vrijdag, 13 december 2019 15:33)

    Diep respect lieve Lisa..
    Wat een blessing dat jij dit kan en mag betekenen voor mensen.
    Dank voor het delen. Je laat me hiermee de zovele kanten van de zorg zien. En bovenal dat we allemaal mensen zijn met gevoel en betekenis..
    ❤️

  • #7

    Karin (vrijdag, 13 december 2019 16:24)

    Prachtig geschreven! Precies hoe jij je voelde.
    Het komt zeker vanuit je hart, waardevol was je voor de ouders!�